Module 1: De Nederlandse spelling
Les 1: Welkom bij Foutloos Nederlands
Les 2: Zo zijn spellingregels ontstaan
Les 3: Uitgangspunten van onze spelling
Module 2: Werkwoordspelling (d’s en t’s)
Les 4: Basisregels werkwoordspelling
Les 5: De tegenwoordige tijd
Les 6: De verleden tijd
Les 7: Het voltooid deelwoord
Les 8: De Engelse werkwoorden
Les 9: Werkwoordspelling samengevat
Module 3: Los of aaneen?
Les 10: Spatie fout (gratis proefles)
Les 11: Samenstelling
Les 12: Woordgroep
Les 13: Het koppelteken
Les 14: Los of aaneen samengevat
Module 4: Lastige letters
Les 15: Wanneer een hoofdletter?
Les 16: De tussen-n
Les 17: De tussen-s
Les 18: Meervouds-s
Les 19: Meervouden op iën of ieën
Module 5: Overige spellingproblemen
Les 20: Afkortingen spellen
Les 21: Vaste uitdrukkingen
Les 22: Combinaties met ‘er’
Module 6: Grammatica en zinsbouw
Les 23: Als en dan
Les 24: Enkelvoud en meervoud
Les 25: De contaminatie
Les 36: U(w), jou(w), hen en hun
Les 27: De tangconstructie
Eindtoets
Afsluiting en certificaat