De beste check ben je zelf. Dus herlees je tekst: begrijp je zelf wat je schrijft? B1 schrijven is uiteindelijk ook een kwestie van gezond verstand. Je kunt de richtlijnen volgen, maar vraag je vooral ook zelf af: is dit begrijpelijk?

Wil of moet je communiceren op taalniveau B1, maar voelt dit voor jou niet natuurlijk? Dan kan het helpen om je doelgroep te visualiseren en dit beeld vervolgens te projecteren op één persoon. Deze persoon representeert de doelgroep voor wie je schrijft. Het maakt niet uit of deze persoon echt bestaat of niet. Wel belangrijk is dat je die persoon als het ware voor je ziet. Wie is het, hoe ziet deze persoon eruit, hoe klinkt deze persoon, welke opleiding, achtergrond, woonsituatie hoort er bij deze persoon? Zie je deze persoon goed voor je? Dan kun je gaan schrijven, alsof je rechtstreeks voor deze persoon schrijft. Hoe zou je de boodschap brengen, hoe zou je je verhaal aan deze persoon vertellen? Als je je dat afvraagt tijdens het schrijven, is de kans heel groot dat je vanzelf op het juiste taalniveau gaat schrijven. Probeer maar!

Meten is weten. Meet daarom regelmatig het taalniveau van je tekst. Je zult merken dat je daardoor ook meer gevoel krijgt voor de verschillende taalniveaus. Je kunt jezelf daar natuurlijk ook een beetje in oefenen, door telkens een voorspelling te doen vóórdat je het taalniveau van je tekst meet. Klopte jouw inschatting? Hoe vaker je dit doet, hoe beter je wordt in het inschatten!