Creatiever schrijven
Creativiteit kun je oefenen!
Op zoek naar inspiratie en creativiteit? De gouden tip: gewoon doen!
Hoe schrijf je net even anders dan anders? Hoe kun je je tekstueel onderscheiden? Waar haal je de inspiratie vandaan? Goed nieuws: je creativiteit kun je trainen! Zie je creativiteit als een spier: regelmatig trainen maakt je sterker.
Hieronder zie je een aantal van onze favoriete creatieve schrijfoefeningen. Tip: plan een vast moment in voor een creatieve schrijfoefening. En bedenk: het gaat om het dóen, niet om het resultaat! Het hoeft geen meesterwerk of bestseller te worden, je hoeft het resultaat met niemand te delen. Gewoon lekker schrijven, voor jezelf. Dat is genoeg om je creativiteit een flinke boost te geven.
Creatiever schrijven:
Kenniscentrum Zakelijk schrijven
Actuele onderwerpen:
Oefening: show, don’t tell
Show, don’t tell betekent: laat zien wat je bedoelt, zonder het te benoemen. Het is een klassieke techniek, die sterk bijdraagt aan aansprekende teksten. Maar het is ook een geweldig goede oefening om je creativiteit te oefenen.
Wat ga je doen?
Kies een goede plek van waaruit je een persoon kunt observeren. Dat kan op een terras, in de trein, een bankje in het park… waar je maar wilt. Neem de tijd voor je observatie en begin dan aan je omschrijving. Beschrijf alles wat je ziet, maar benoem niks! Je geeft dus een verslag, zonder oordeel.
Dus niet:
De oude man ziet er moe uit. (Want dan benoem je wat je bedoelt: ‘oud’ en ‘moe’.)
Maar wel bijvoorbeeld:
Zijn hoofd hangt zwaar op zijn borst, waardoor zijn rimpelige hals haast volledig verdwijnt onder de kin met grijze stoppels.
Oefening: schrijven vanuit je zintuigen
Blijf je te veel ‘in je hoofd’ tijdens het schrijven? Dan is dit een goede oefening om regelmatig te doen! In deze oefening gebruik je je zintuigen om los te komen van je vaste formuleringen.
Wat ga je doen?
Neem een willekeurig voorwerp en observeer het. Nu ga je dit voorwerp beschrijven vanuit je zintuigen. Wat neem je waar? Probeer al je zintuigen te verwerken in je beschrijving! Wat hoor je, wat voel je, wat ruik je, wat zou je kunnen proeven?
Dus niet:
Het is een moderne en handige pen. (Want nu geef je een oordeel in plaats van een beschrijving.)
Maar wel bijvoorbeeld:
Het metaal van de pen glanst in het zonlicht. De plastic grip op het schrijfgedeelte voelt zacht aan tussen mijn vingers. Ik verbeeld me dat ik de geur van de inkt al kan ruiken, nog voor ik de pen met een zachte klik activeer.
Oefening: schrijven vanuit emoties
Creatiever schrijven betekent: loskomen van je gewoontes en standaardformuleringen. Om dat te bereiken is het soms goed om even flink te overdrijven. Daar is deze creatieve schrijfoefening voor bedoeld.
Wat ga je doen?
Neem een zo simpel en saai mogelijk voorwerp voor je. Een koffiebekertje, een balpen, een papieren zakdoekje… hoe gewoner, hoe beter! Nu ga je dit voorwerp beschrijven vanuit een emotie naar keuze. Bijvoorbeeld: angst, liefde, haat, opwinding, verdriet, onzekerheid, vreugde… Maak de emotie zichtbaar met je woorden, maar benoem niet!
Dus niet:
Dit zakdoekje maakt me bang. (Want nu benoem je de emotie.)
Maar wel bijvoorbeeld:
Wat gaat er schuil onder dat kreukelige witte oppervlak? Ik zie een ronde contour met afgeplatte hoeken en daaronder lijkt af en toe een zweem van een schaduw te bewegen. Als ik mijn linkeroog dichtknijp, lijkt het papier te bewegen!
Oefening: de ansichtkaart
Voor deze oefening maak je gebruik van een (of meer) oude ansichtkaart(en). Dat mag een kaart zijn die je zelf ooit hebt gekregen, of een oude kaart van een wildvreemde, het maakt niet uit. Als je deze oefening vaker wilt doen, vind je het misschien zelfs de moeite waard om bijvoorbeeld op een rommelmarkt een stapel oude ansichtkaarten te kopen.
Wat ga je doen?
Bekijk één ansichtkaart, neem de afbeelding in je op. En vraag je af: hoe is deze situatie tot stand gekomen? Wat is er gebeurd voordat de foto werd gemaakt? Wat is het verhaal achter deze afbeelding? Laat je fantasie de vrije loop en geef jezelf de vrijheid om alle details in te vullen. Alles kan!
Dus niet:
Ik zie twee kinderen spelen in een ouderwetse steeg. (Want nu beschrijf je de afbeelding, in plaats van dat je bedenkt hoe de situatie is ontstaan.)
Maar wel bijvoorbeeld:
Moeder heeft Marietje en Klaasje in haast de deur uit gestuurd. Klaasjes blouse is slordig geknoopt en Marietje lijkt haar sokjes vergeten. Moeder had nog zo gezegd: ‘Haast jullie naar tante Jet en vraag of ze zo snel mogelijk komt, want de baby gaat geboren worden!’ Maar toen zag Marietje het hondje van de buren de steeg in gaan. ‘Alleen even kijken wat Kees gaat doen, dat mag toch wel, Klaasje?’